U bent hier:
Home
>
Uitgebreide informatie Labrador Retriever
> Gedrag en Levensruimte van de Labrador Retriever
Gedrag en Levensruimte van de
Labrador Retriever
Een deel van zijn succes
als populaire gezelschapshond dankt de Labrador aan zijn chique, maar
tegelijkertijd eenvoudige uiterlijk. Dat geldt vooral voor de zwarte
variƫteit. De eigenaar van een Labrador kan zich overal met zijn hond
laten zien, en neemt zelfs iets van de sportiviteit van de hond over.
Hij moet trouwens zelf ook een sportief type zijn, want dan komt de
Labrador het meest tot zijn recht. Mensen die liever de hele dag binnen
zitten, zijn echt niet geschikt om een Labrador te houden.
Natuurlijk dankt de Labrador
zijn populariteit niet alleen aan zijn chique imago. Hij heeft
uitzonderlijke karakterkwaliteiten, die direct verband houden met het werk
waarvoor hij oorspronkelijk werd gefokt en waarvoor hij nog steeds wordt
ingezet. Hij heeft bewezen een bijzonder goede retriever te zijn. Een
retriever moet gehoorzaam zijn, gemakkelijk kunnen worden afgericht, in
staat zijn om snel iets te begrijpen en een prima geheugen hebben. Heel
belangrijk is echter dat hij er plezier in heeft om zijn baas te gehoorzamen
en voor hem te werken in plaats van voor zichzelf. Van de Labrador kan
rustig worden gezegd dat hij over deze eigenschappen beschikt.
Een Labrador wordt uiteraard
niet afgericht geboren, maar hij is goedleers en zal spelenderwijs heel snel
dingen oppikken. Hij heeft de aard en het temperament om zijn baas een
plezier te doen. Wel is er bij sommige exemplaren wat overredingskracht voor
nodig om hem te laten weten waar de grenzen liggen. Als deze hond goed wordt
opgeleid, kan hij op leeftijd van acht tot tien maanden al naar behoren een
taak vervullen. Het begint ermee dat de jonge Labrador zijn baas overal
achternaloopt en al diens gebaren en aanwijzingen volgt en opvolgt. Hij moet
de jacht als het ware door de ogen van zijn baas waarnemen. Andere
jachthonden beleven meer een persoonlijk plezier in hun werk, wat direct
samenhangt met hun natuurlijke instinct om het wild op te sporen.
Uiteraard is de Labrador niet
alleen maar gedienstig. Hij beschikt wel degelijk over een portie eigen
initiatief, wat hem tijdens de jacht goed van pas komt. Hij heeft de gave om
precies te zien waar het aangeschoten wild valt. Daarnaast heeft hij een
bijzonder 'zachte mond'. Dat betekent dat hij het wild niet beschadigt als
hij het apporteert. Zowel op het land als in het water blijkt hoe groot zijn
uithoudingsvermogen is. Al is hij de hele dag in de weer, hij blijft actief
en werkwillig. Hij is onvermoeibaar en springt moedig in ijskoud water om
wild te apporteren. De Labrador is beslist geen 'mooi-weerhond'. Ook als het
miezerig of koud weer is, heeft hij plezier in zijn werk.
Bepaalde eigenschappen maken
van hem een uitstekende gezelschapshond. Hij is robuust en heel gezond,
zodat hij normaal gesproken weinig met de dierenarts in aanraking zal komen.
Zijn vacht heeft een minimum aan verzorging nodig. Flink borstelen tijdens
de rui en een wekelijkse borstelbeurt tussendoor zijn eigenlijk al
voldoende. Hij is groot, of liever gezegd niet klein, en vooral sterk,
actief, enorm energiek en sportief. Daarnaast is hij tolerant, lief,
gemakkelijk op te voeden en een prima kameraad voor kinderen. Als daaraan
nog wordt toegevoegd dat hij zich overal en aan allerlei omstandigheden kan
aanpassen, blijft er eigenlijk niets meer te wensen over.
Het is bekend dat de Labrador
geen echte waakhond is. Hij heeft wel een goed gevoel voor territorium, voor
zijn eigen gebied, en hij zal dus wel aanslaan als er iemand aan de deur is.
Dat hij een inbreker tegenhoudt, moet echter niet van hem worden verwacht.
Van een flinke reu, met zijn diepe stem en machtige lijf, gaat natuurlijk
wel een preventieve werking uit, maar achter dat stoere uiterlijk zit een
uiterst sociale hond.
Het is heel belangrijk voor de
Labrador om in de nabijheid van zijn baas of diens gezin te vertoeven.
Daarom is het niet zo verstandig om deze hond de hele dag alleen te laten of
in afzondering onder te brengen. Het is echt geen uitzondering dat hij in
zo'n geval zich nog weleens wil afreageren op het meubilair. Als de Labrador
als puppy overal mee naartoe wordt genomen, zal hij later gemakkelijk overal
kunnen aarden. Hij kan ook heel goed overweg met soortgenoten, en zal zelden
of nooit ruzie met ze maken. Opvallend is zijn omgang met katten, dat wil
zeggen met de eigen huiskat. Als er een nest jonge katten in huis is, wast
hij ijverig mee met de poezemoeder.
Kinderen en Labradors vormen
een hoofdstuk apart. Te midden van kinderen kan de Labrador zich helemaal
laten gaan. Hij is dol op spelletjes en toont daarbij een tomeloze energie.
Omdat hij lief en zacht is, hoeven ouders er niet bang voor te zijn dat hij
de kleintjes iets doet. Tussen een kind en een hond kan een hechte band
ontstaan. De Labrador blijkt een ongekende trooster te zijn bij het verdriet
van kleine mensen. Ook al voelt de Labrador zich in principe overal thuis en
doet hij vrolijk aan alles mee in het gezin, hij komt toch niet echt tot
zijn recht als hij niet regelmatig lange wandelingen in de vrije natuur kan
maken. Deze sportieveling is geboren om te werken met zijn baas in het vrije
veld en onder alle omstandigheden.
Alleen een blokje om tijdens
het uitlaten voldoet beslist niet aan zijn behoefte aan beweging. Hij moet
zijn benen kunnen strekken en moet zich kunnen uitleven op een plaats waar
hij de ruimte heeft. Daarvoor hoeft hij niet per se voor de jacht te worden
ingezet. Vrij bewegen een flink rennen tijdens een flinke wandeling is ook
goed, maar dat moet wel iedere dag gebeuren, want hij heeft lak aan regen en
wind. Voor weglopen hoeft men ook niet bang te zijn. Daar is hij te
gehoorzaam voor.
Niet alleen het buitenleven is
hem op het lijf geschreven, ook water is zijn lust en zijn leven. Zijn
aangeboren liefde voor water maakt hem echter niet onvoorzichtig. Toch moet
ook hij, net zoals iedere andere hond, bij zijn eerste contact met water een
prettige ervaring opdoen. Een Labrador van twee jaar die nog nooit in het
water is geweest, maar bijvoorbeeld in een sloot wordt geduwd, zal daar geen
leuke herinneringen aan overhouden.
De Labrador heeft een
bijzonder fijne neus, die hem samen met zijn andere eigenschappen
(intelligentie, oorspronkelijkheid, werklust, soberheid en goedleersheid)
tot een speurhond bij uitstek maken. In verschillende landen wordt hij ais
`snuffelhond' gebruikt, bijvoorbeeld door de politie en het leger. Hij
levert uitstekend werk als het aankomt op het opsporen van onder andere
explosieven of verdovende middelen. Hij spoort ook mensen op die bedolven
zijn onder puin, bijvoorbeeld als gevolg van een aardbeving. De Labrador is
natuurlijk ook heel bekend als blindengeleidehond. De eigenaar van een
Labrador zal met voldoening kijken naar de prestaties van zijn hond in sport
en spel. In behendigheidswedstrijden slaat deze hond een goed figuur, maar
ook tijdens gehoorzaamheidswedstrijden of veldwedstrijden, waar het nog meer
aankomt op de samenwerking tussen hond en baas. De Labrador is kortom een
evenwichtige gezelschapshond, die zich binnenshuis rustig gedraagt en het
heerlijk vindt om in de buurt van zijn baas te liggen rusten. Als die echter
zijn jas aantrekt, springt hij op, in de hoop dat hij mee mag naar buiten.
Van een Labrador Retriever als huishond kan worden verwacht dat hij graag
aan alle activiteiten van het gezin deelneemt. Hij is niet eenkennig en kan
op een ongedwongen manier heel veel genegenheid geven.
bron: mijn hond, mijn vriend
|